Digitale ether radio wint verder terrein

Na jaren van pleidooien komt er schot in de digitalisering van ether radio. Behalve het Verenigd Koninkrijk, Spanje en België hebben nu ook Zwitserland, Duitsland, Australië, Tsjechië en Italië digitale radionetwerken. Andere landen komen er aan.

In het bergachtige Zwitserland is de vergelijking met FM spectaculair – met 185 zenders worden daar 12 programma’s landelijk uitgezonden, tegenover 855 zenders voor doorgifte van 4 FM programma’s. De kwaliteit is beter en het totale energieverbruik is geen 41 Gigawatt per uur, maar slechts 3. Over groene technologie gesproken – 3 keer zo veel programma’s uitzenden met 14 keer minder energie!
Het aanbod van (betaalbare) ontvangers is inmiddels enorm. Hoe zit het in Nederland?

De “vraag” vraag
Zitten consumenten wel op digitale radio te wachten? Nee natuurlijk niet. Maar dat is helemaal niets nieuws. In de jaren 20 van de vorige eeuw zaten consumenten ook niet te wachten op middengolf radio (die werd vooral gepushed door fabrikanten van ontvangers en zenders en door organisaties met een boodschap). In de jaren 30 en 40 gold hetzelfde voor FM en nog later voor de verhoging van het voltage in Nederland van 110 naar 220. En nog wat later voor de overstap van stadsgas naar aardgas. Daar zaten steeds argumenten achter over netwerk efficiency, kosten en kwaliteit. Anders gezegd, met digitale radio kun je via de ether per Mhz bandbreedte meer programma’s uitzenden in een betere kwaliteit en met meer aanvullende functies. Deze innovaties vinden hun oorsprong dus kennelijk niet in consumentenvraag, maar bij overheden en aanbieders (van ontvangers en content) die er kansen in zien.

De frequenties
In september 2011 beschikken radio-omroepen in Nederland over frequenties voor drie netwerken in band III en één netwerk in L-band. De band III netwerken zijn bestemd voor:

  • Landelijke publieke radio
  • Landelijke commerciële radio
  • Regionale radio

Het L-band netwerk heeft een must carry verplichting voor doorgifte van 2 á 3 lokale radio stations per zendgebied.
Via deze netwerken kunnen, als ze volledig zijn uitgerold, overal minimaal 50 radiostations worden ontvangen. Voor de volledigheid: Er is ook een licentie uitgegeven voor een band III netwerk aan MTVNL. Dit bedrijf heeft plannen om vanaf Q2 2012 landelijk TV te gaan uitzenden naar hand-held ontvangers. Mogelijkheden om ook radio door te geven op dit netwerk worden nog onderzocht.

Uitrol
De meest gestelde vraag die binnenkomt via de website van de stichting DigiRadio is: “Wanneer zijn Welke programma’s Waar te ontvangen? Het antwoord: Op dit moment zijn in de randstad 9 digitale programma’s te ontvangen van de landelijke publieke omroep. Voor de overige band III netwerken is in de licenties bepaald dat zij per september 2013 een geografisch bereik moeten hebben van 40% en in 2015 een bereik van 80%. Als stok achter de deur heeft het ministerie van ELI de bereiks-taakstellingen gekoppeld aan de verlenging van FM vergunningen. De eerste opgave voor de vergunning houdende omroepen is nu om hun plannen op een aantal punten te gaan invullen.

Plannen
Behalve de uitrol (Waar, Wat en Wanneer) moeten de omroepen ook bedenken op welke wijze ze gaan samenwerken binnen en eventueel tussen digitale netwerken. Anders dan bijvoorbeeld in het VK zijn de licenties in Nederland uitgegeven aan individuele omroepen die nog vorm moeten geven aan hun samenwerking. Samenwerking op het regionale netwerk tussen commerciële en publieke omroepen ligt lastig. De uitgegeven frequentiegebieden passen slecht bij de gewenste verspreidingsgebieden van de omroepen en bij hun specifieke wensen. Publieke omroepen willen zsm universele dekking, commerciële omroepen willen voorrang geven aan gebieden met het grootste bevolkingsbereik. Voor hun planuitwerking hebben ze daarom meer tijd gevraagd aan ELI.
Vanwege schaalvoordelen, effectieve promotie en gecoördineerde dienstenontwikkeling pleit de stichting DigiRadio voor het opzetten van één multiplex operator voor alle licentiehouders. Ze is bereid die rol ook op zich te nemen.
Het ter hand nemen van de nodige planontwikkeling wordt op dit moment (najaar 2011) helaas belemmerd door de prioriteit die het oplossen van FM-zendproblemen vraagt, als nasleep van de twee toren incidenten van 15 juli. (Bijna brand in Lopik en brand en instorten Smilde).
In deze nasleep kwam onverwacht een belangrijk extra voordeel van digitale radio naar voren. Terwijl FM ontvangst van sommige zenders o.a. in de randstad problematisch was, bleven de DAB programma’s van de landelijke publieke omroep daar uitstekend ontvangbaar. Dit was te danken aan de Single Frequency techniek van het DAB netwerk die gebreken bij een of meer zenders kan ondervangen.

Lokale radio
Deze is toegewezen aan doorgifte via het L-band netwerk van CallMax. Daarbij spelen een aantal problemen. Ten eerste passen de 117 frequentiegebieden binnen die band slecht bij de bijna 300 verzorgingsgebieden van lokale stations. Deze mismatch wordt nog erger als CallMax slaagt in zijn voornemen om de 117 gebieden in te dikken tot 45. Ten tweede kan CallMax niet rendabel opereren op basis van doorgifte van 2 á 3 lokale radiostations per netwerk. Daarvoor is doorgifte van andere stations of diensten noodzakelijk om de netwerken te ‘vullen’. Belangstelling in de markt hiervoor lijkt voorlopig beperkt. Ten derde zijn voor L-band geschikte ontvangers slechts zeer beperkt voor handen. (Zie ook de paragraaf over ontvangers). Om deze redenen pleit OLON voor mogelijkheden om alternatieve vormen van digitalisering te onderzoeken, bijvoorbeeld DRM+ (Digitale radio op FM).

Ontvangers – pas op!
Naar schatting zijn er in Nederland momenteel 20 á 30 duizend DAB ontvangers in de markt. Maar, net als in de meeste in de aanhef genoemde landen, zal hier worden overgestapt naar de verbeterde DAB+ standaard. Deze stelt in staat tot doorgifte van nog meer programma’s per netwerk in een nog betere kwaliteit. De meeste van de in de markt aanwezige ontvangers worden dan onbruikbaar, op sommige modellen na die na de IFA van 2009 zijn geproduceerd en al over een DAB+ functie beschikken of upgradable zijn. Consumenten die overwegen een digitale ontvanger aan te schaffen moeten er op letten dat deze geschikt is (of te upgraden is) voor DAB+. Zolang er nog (klassieke) DAB wordt uitgezonden is die ook op deze ontvangers te ontvangen. Wie ook de optie voor ontvangst van lokale radio op L-band wil openhouden, moet ook letten op de geschiktheid voor DAB+ in combinatie met L-band.

Verder
Er valt nog veel te doen. De stichting DigiRadio bereidt zich voor op coördinatie van de verdere introductie van digitale radio in Nederland. Van samenwerking met fabrikanten en importeurs om de overstap van DAB naar DAB+ aantrekkelijk te maken en van samenwerking met de overheid voor eenduidige voorlichting en consumenteninformatie. Daarmee kan de laatste schakel in de radio-keten (opnemen, bewerken, bewaren en transport naar zenders) eindelijk ook worden gemoderniseerd. De schakel van zender naar ontvanger.

[bron: DigiRadio]