Techniek

De bijna tachtig jaar oude standaard voor AM-radio maakt gebruik van een draaggolf die in sterkte – grafisch voorgesteld in hoogte – varieert. De afstand tussen twee golftoppen en de snelheid waarmee de golf heen en weer gaat, zijn de golflengte respectievelijk de frequentie van de zender. De variaties in sterkte van de draaggolf zijn rechtstreeks gekoppeld aan de variaties in geluidssterkte van het uitgezonden programma, vandaar de benaming ‘amplitudemodulatie’ (AM). Dat betekent dat eventuele storingen, bijvoorbeeld van elektrische ontladingen in de atmosfeer, direct hoorbaar zijn in de ontvanger. FM staat voor ‘frequentiemodulatie’: hier zit het geluid niet verwerkt in de hoogte van de golf maar in de afstand tussen de nulpunten. Hierdoor is FM veel minder storingsgevoelig.

DRM stuurt een digitaal gecodeerd signaal de ether in, wat in de DRM ontvanger/radio weer wordt gedecodeerd. Deze digitale codering is ontwikkeld door Coding Technologies, en is voor een groot gedeelte gebaseerd op het principe van SBR (Spectral Band Replication). Dit is gedaan omdat op de kortegolf maar een heel beperkt spectrum beschikbaar is waardoor er maar weinig data doorheen kan (lage datarate). SBR codeert een bepaalt gedeelte van het audio spectrum en voegt dat toe aan een ander gedeelte van het spectrum. Door dit spectrum te versturen (op de halve bitrate dus) komt wel degelijk het hele spectrum over, omdat dat in het verstuurde spectrum gedeelte verborgen ligt. De DRM ontvanger decodeert dit weer. De codering zelf is AacPlus (AAC + SBR).

Sinds 15 december 2003 zijn er 3 vormen van codering mogelijk op DRM. Hieronder even een opsomming van de DRM website:
The DRM system can use three different types of audio coding, depending on broadcasters’ preferences. MPEG4 AAC audio coding, augmented by SBR bandwidth extension, is used as a general-purpose audio coder and provides the highest quality (stereo). MPEG4 CELP speech coding is used for high quality speech coding where there is no musical content. HVXC speech coding can be used to provide a very low bit-rate speech coder.

Men kan kiezen uit verschillende ‘bitrates’ (64, 16 en 4 QAM; Quarter AM) om zo ontvangst onder vrijwel alle omstandigheden te garanderen. QAM staat voor Quarter AM. De bitrates houden het volgende in: een uitzending op 64 QAM heeft een goede geluidskwaliteit, maar is relatief gezien best storingsgevoelig. 4 QAM daarentegen is qua geluidskwaliteit minder, maar heeft een enorm robuust signaal wat onder vrijwel alle omstandigheden werkt.

bron: o.a. “de digitalisering van radio & tv”